Risicomanagement
Om de kwaliteit van het onderwijs, de bedrijfsvoering en de continuïteit van de organisatie te bewaken maken wij gebruik van het instrument ‘risicomanagement’. Door een risicoanalyse uit te voeren krijgt de organisatie vroegtijdig inzicht in mogelijke knelpunten in de bedrijfsvoering. Zo kunnen wij vroegtijdig maatregelen treffen om risico’s te beheersen.
De risico’s worden jaarlijks intern geïnventariseerd. Hierover wordt gerapporteerd door middel van een risicoparagraaf bij de begroting. Een inventarisatie van de risico’s omvat de volgende punten:
Bekostiging
Er zijn concrete plannen voor invoering van een nieuw vereenvoudigd bekostigingsmodel. Het feit dat De Meerwaarde nu twee Brinnummers heeft op één locatie gaat daarin wijzigen. De invoering is uitgesteld naar 2021 en zal middels een overgangsregeling worden ingevoerd. In de meerjarenbegroting is gerekend met deze nieuwe bekostigingssystematiek.
LWOO en PRO Bekostiging
Vanaf 2016 worden de ondersteuningsmiddelen voor PRO en LWOO via het Samenwerkingsverband betaald. Het Samenwerkingsverband waar De Meerwaarde deel van uitmaakt heeft een hoog LWOO percentage. Dit percentage is de afgelopen jaren afgenomen door de daling van het aantal LWOO leerlingen bij De Meerwaarde. Omdat de landelijke criteria voor LWOO vanaf 2019 worden losgelaten, kan het Samenwerkingsverband zelfstandig afspraken maken over de criteria en de duur van de
LWOO-aanwijzingen. Het Samenwerkingsverband wil vanuit een nieuwe visie nieuwe afspraken maken met betrekking tot PRO en LWOO. De nieuwe afspraken worden niet verwacht voor kalenderjaar 2020 te zijn gemaakt en zullen dan vervolgens naar verwachting in de daarop volgende jaren met een overgangsperiode worden ingevoerd. De financiële consequenties zijn op dit moment nog niet te overzien. Voor de komende jaren blijft dit een aandachtspunt.
Vermogen
Het vermogen van De Meerwaarde ligt boven de gestelde signaleringsgrens van de commissie Don. Een groot deel is te verklaren door het private vermogen in de stichting en de hoge waarde van de vaste activa. De Meerwaarde moet kunnen onderbouwen wat ze met dit extra vermogen doet. Daarom zijn de afgelopen jaren vanuit een investeringsvisie begrotingen opgesteld met een negatief resultaat. Met de begroting 2019 is opnieuw bepaald welk vermogen ingezet kan worden voor extra investeringen in het onderwijs. Verder zal het MBO in Barneveld ook extra investeringen van De Meerwaarde vragen. Enerzijds voor de realisatie van de transitie van de MBO PIE opleiding naar BTO en anderzijds voor de MBO opleidingen Bouw en Zorg & Welzijn. Er is daarnaast een risicobuffer nodig om bijvoorbeeld mogelijk negatieve effecten op de LWOO- en PRO-bekostiging tijdelijk op te vangen en tevens de gevolgen van de vereenvoudiging van de bekostiging. De Meerwaarde zal zich transparant moeten verantwoorden over de hoogte van het vermogen en de inzet van deze middelen.
“Het aantal leerlingen per 1 oktober is bepalend voor het bedrag van de bekostiging voor het volgend kalenderjaar.”
Aantal leerlingen
Het aantal leerlingen per 1 oktober is bepalend voor het bedrag van de bekostiging voor het volgend kalenderjaar. De bekostiging wordt daarmee vertraagd toegekend: het kalenderjaar volgend op de stijging of daling in enig schooljaar. Een sterke stijging of daling in het leerlingenaantal is dan ook een risico. Het blijft de komende jaren een aandachtspunt om het leerlingenaantal goed te volgen en vooraf in te schatten. Zeker in relatie tot de realisatie van eventuele uitbreiding van de huisvesting. Voor de komende jaren zijn de leerlingenaantallen begroot op basis van de gegevens van de basisscholen en de verwachte uitstroom. We zijn hierbij uitgegaan van een stabiel marktaandeel.
MBO in Barneveld
Met MBO Amersfoort en ROC A12 is eind 2015 een raamovereenkomst getekend. De afspraken uit de overeenkomst zijn sindsdien verder uitgewerkt en op onderdelen bijgesteld (zie laatste alinea pagina 21 en eerste alinea pagina 22). In kalenderjaar 2018 hebben zich verder een tweetal grote wijzigingen aangekondigd. In eerste plaats betreft het de wijziging van de huisvestingsovereenkomst met ROC A12. Deze partij heeft De Meerwaarde verzocht zelfstandig voor voortzetting van de huurovereenkomst te opteren richting de verhuurder van locatie De Zonnebloem en verder zelf zorg te dragen voor de benodigde ICT infrastructuur. En in de tweede plaats betreft het de ontwikkeling van BTO – Barnevelds Techniek Onderwijs. De Meerwaarde participeert – in samenwerking met MBO Amersfoort en het Hoornbeeck College – in dit initiatief als onderwijspartner. De MBO opleiding PIE zal de transitie maken naar het BTO.
De komende jaren zal dit effecten geven op de exploitatieresultaten. Voorgaande betekent namelijk ten eerste dat voor de MBO opleidingen Bouw en Zorg & Welzijn een heroverweging gemaakt wordt voor de huisvestigingslocatie en daarmee de huisvestingskosten. Ten tweede zal De Meerwaarde als onderwijspartner naar een nieuw kostenmodel bewegen wanneer BTO van start gaat. De start van BTO is beoogd in het derde kwartaal van 2019.
Personeel
Voor sommige vakken is het lastig om gekwalificeerd personeel te krijgen. Vandaar dat er ingezet wordt op scholing voor een tweede bevoegdheid. De extra inzet in scholingsuren zal na afronding van de studie weer beschikbare formatie vormen. Verder is de vervanging bij ziekte een risico. Hiervoor werkt De Meerwaarde met een eigen flexpool. In de flexpool zitten personeelsleden met een 0-urencontract die snel en flexibel worden ingezet bij ziekte. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in preventiegesprekken.
De huidige locatie aan de Rietberglaan is de afgelopen jaren meerdere keren aangepast. Daarnaast is in 2017 tijdelijke uitbreiding gerealiseerd. Dit alles met het doel om de grote groei van leerlingen op de vangen. De prognose van de leerlingenaantallen hebben de beargumentering geleverd voor de realisatie van permanente huisvesting. De plannen voor de permanente uitbreiding zijn gestart. De doelstelling is om medio 2022 de tijdelijke huisvesting te hebben vervangen door permanente huisvesting.
De marktomstandigheden voor nieuwbouw vormen een risico ten aanzien van toenemende bouwkosten.
In 2018 is de vermogenspositie van De Meerwaarde opnieuw beoordeeld en uitgewerkt als onderdeel van de meerjarenbegroting. In de meerjarenbegroting zijn de onderdelen beschreven die vertaald kunnen worden in financiële risico’s en is een inschatting gemaakt van de kosten van deze risico’s die deze onderdelen met zich mee brengen. Er is aan de hand van de kapitalisatiefactor en de financiële kwantificering van de risico’s in kaart gebracht welke reserves we willen aanhouden en waarvoor. Op deze wijze is de financiële ruimte zichtbaar geworden die we kunnen inzetten om het onderwijs te optimaliseren.
Het totale risico voor De Meerwaarde wordt laag ingeschat. De benodigde buffercapaciteit voor rest risico’s is op grond van bovenstaande risicoanalyse vastgesteld op € 3.3 miljoen.
Interne risicobeheersings- en controlesysteem
De interne procedures zijn vastgelegd. Waar nodig worden deze bijgesteld om verbeteringen door te voeren. Daarnaast zijn proceseigenaren verantwoordelijk gesteld voor belangrijke processen binnen de organisatie. Alle relevante procedures worden op een eenduidige manier vastgelegd in processchema’s, die voor iedereen toegankelijk zijn. Belangrijke processen worden steeds meer gestandaardiseerd en gelogd via digitale workflows. Hierdoor worden processen gestandaardiseerd en wordt vastgesteld wie welke actie heeft ondernomen.
Treasurybeleid
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: verstrekte leningen en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). De stichting heeft beleid geformuleerd dat gebruik van derivaten uitsluit.
Er zijn geen effecten in portefeuille. Alle middelen staan op vrij opneembare spaarrekeningen. In 2019 wordt opnieuw gesproken met onze huisbankier om te bezien of de huidige middelen op de juiste manier zijn ondergebracht.
Er is een liquiditeitsprognose voor de komende jaren opgesteld waaruit blijkt dat De Meerwaarde over voldoende liquiditeiten beschikt. Er is geen financieringsbehoefte voor de komende jaren voorzien. Het maximale bedrag aan kredietrisico bedraagt € 35.009 (2017: € 57.009).
Rest van het financiële hoofdstuk
De overige paragrafen uit dit hoofdstuk kunt u hieronder downloaden.